Categorieën
Woordbaak

Wat is de betekenis van -sel in woorden als ‘deksel’, ‘raadsel’ en ‘verschijnsel’?

Met het achtervoegsel -sel worden in het Nederlands vooral zelfstandige naamwoorden gevormd uit werkwoordstammen. Bijvoorbeeld: het zelfstandig naamwoord deksel ontstaat uit het werkwoord dekken door het achtervoegsel -sel aan de stam dek toe te voegen. De betekenis van -sel kan per woord verschillen:

  1. Het geeft het product of het resultaat aan van de handeling die het werkwoord uitdrukt (aanwensel, baksel, bijvoegsel, kapsel, mengsel, strooisel e.d.) en soms ook het afvalproduct daarvan (schaafsel, zaagsel).
  2. Het duidt aan welk middel of werktuig gebruikt wordt bij de handeling die het werkwoord uitdrukt (behangsel, deksel, hengsel, stijfsel, versiersel).
  3. Het geeft aan wat het onderwerp van de handeling is die het werkwoord weergeeft (spooksel, verschijnsel).
  4. Het geeft – net als bij 1 – aan wat er na de handeling als resultaat overblijft én is – net als bij 3 – het subject van de handeling of het proces dat het werkwoord beschrijft (bezinksel, overblijfsel, uitvloeisel).
  5. Het duidt op de zaak die de handeling die het werkwoord uitdrukt, moet ondergaan (raadsel).